Twee weken geleden zat ik er middenin: niets doen en alleen maar voelen. Is dit het wat ik nodig heb, is dit wat ik wil, is dit wat ik kan?
Ik vond het eng. Ik vond het beangstigend. Ik vond het spannend.
Ik vond afleiding in het opruimen van kamers en kasten.
Ik vond afleiding door te wandelen, alleen of op gepaste afstand.
Ik vond bevestiging bij vriendinnen, bij collega’s, die hetzelfde meemaakten.
Ik hoorde verhalen van mensen die juist nu aan de frontlinie staan.
Ik hoorde verhalen van vrienden die het drukker dan ooit hebben, die nu in paniek raken omdat ze geen reserves hebben, die ongelooflijk blij zijn dat ze toch in vast dienstverband zijn gaan werken.
Ik keek met verbazing naar de spirituele community, waar zelfhulp-goeroes beweerden je te kunnen helpen -vanuit liefde- door angstige mensen aan zich te binden, eerst met gratis hulp en dan met maandelijkse contracten.
Ik leerde oude patronen te doorbreken en los te laten.
Ik liet het op me afkomen en leerde voelen.
Voelen wat bij mij past en wat niet.
Ik leerde te zijn.
Vandaag is het heel anders.
Opeens heb ik energie.
Opeens ga ik dingen veranderen, in mijn praktijk bijvoorbeeld.
Opeens merk ik dat ook boeken energie vasthouden. Gevolg is drie dozen vol en een halflege kast.
Opeens ga ik toch online voor mijn meditatie avonden. Totaal buiten mijn comfortzone, maar ik ben gewoon begonnen.
Opeens geef ik consulten online. Kleine stappen want ook jullie moeten eraan wennen, net zoals ikzelf. Gelukkig heb ik lieve cliënten die het proces met mij aandurven. Gevolg is dat ik het opeens doe.
Opeens vraag ik hulp, over online betalingssystemen, het geven van online webinars en cursussen.
Gevolg is dat ik over mezelf heen buitel van de ideeën en niet weet hoe snel ik aantekeningen kan maken.
Opeens is het lente. Ik Ben. Ik Ben Er.
Maar gelukkig heb ik ook een huis dat schoongemaakt moet worden, een man die aandacht verdient, een tuin die om handjes vraagt, zodat ik met beide benen op de grond blijf staan. Want ook mijn ego komt af en toe weer de hoek om kijken: kan jij dat allemaal wel? Het verschil is dat ik nu durf te zeggen: Ja dat kan ik, dat wil ik en dat doe ik.