Soms is het zo lekker om onderuit gezakt op de bank te zitten. Lekker glaasje wijn erbij. Netflix serie op het grote scherm. Heerlijk. Nergens over nadenken. Je hebt het idee dat je langzaam weer ‘bij’ komt.
Maar laten we dat eens van ietsje dichterbij bekijken.
Veel energie krijg je er niet van.
Zelfs opstaan voor een snack doe je liever niet.
Je hangt op de bank, krijgt het misschien zelfs wel koud.
Dekentje over je heen. Dat voelt wel knus.
Nog maar een glaasje wijn, volgende aflevering ook maar bekijken.
Wat gebeurt er op zo’n moment in je lichaam? In je hoofd?
De Amerikaans-Nederlandse professor Erik Peper heeft er onderzoek naar gedaan. Hij heeft zijn studenten aan allerlei meetinstrumenten gezet terwijl ze lekker lagen te hangen. Slouching heet bankhangen op z’n Engels.
Wat bleek?
Je rugspieren vinden het al snel lastig om zo te hangen. Je ademhaling wordt oppervlakkiger. En ook lijkt het dat je hoofd rustiger wordt, het blijkt niet zo te zijn: er wordt nog net zoveel activiteit gemeten als normaal.
De proefpersonen kregen ook vragen over hoe hun emotionele staat was. Niemand gaf aan dat ze zich opgewekter, beter, enthousiaster of vrolijker voelde na het bank-hangen.
Bijzonder hè? En toch doen we het regelmatig.
We voeren die gesprekken niet die we zouden moeten voeren om de intimiteit van je relatie vast te houden. We veranderen onze gedachten niet over hoe we werk-problemen kunnen aanpakken. We geven ons lichaam het signaal dat het niet zo belangrijk is om er goed voor te zorgen.
We blijven in een staat van onverschilligheid,
van ‘het is wel goed zo’,
van ‘ik heb zo hard gewerkt, ik verdien deze ontspanning’.
En dan vraag jij jezelf af waarom je blijft hangen in de dagelijkse sleur…
Natuurlijk mag je en kan je lekker voor de tv hangen, maar realiseer je af en toe wat het met je doet.