Je Best Doen of Gewoon Zijn?
Je best doen. Het goed doen. Geen fouten maken. Hoezo? Waarom?
We zeggen tegen onze kinderen dat het niet hoeft, dat ze mogen leren, vallen, opstaan. Maar ondertussen… doen we het zelf?
Ik zie het bij mijn kinderen. We geven ze de ruimte om fouten te maken, om te experimenteren. We zeggen: probeer maar, je mag falen. Maar als ik eerlijk ben? Ze doen het liever niet. En als ik nog eerlijker ben? Ik ook niet.
We zeggen dat falen erbij hoort, dat je ervan leert.
Maar voelt het ooit écht fijn als iets niet lukt? Nee.
We willen het goed doen. Niet zomaar een beetje. Gewoon… écht goed. Maar goed volgens wie?
We hebben het vaak niet eens door, maar we leven langs een onzichtbare meetlat. Die van verwachtingen, van succes, van wat ‘normaal’ is. Soms opgelegd door anderen, soms gewoon door onszelf.
En precies daar zit het venijn. Want als falen geen optie voelt, is groei dat ook niet.
We blijven liever binnen de lijntjes. Want daar is het veilig. Daar maken we geen fouten. Daar kan niemand zeggen: zie je wel, het lukt je niet.
Maar weet je wat pas echt ongemakkelijk is?
Het idee dat we onszelf daarmee opsluiten. Dat we alles binnen de lijntjes houden en ons niet eens meer afvragen of we nog tekenen wat we willen.
Dus een kleine uitdaging voor jou:
Waar durf jij eens grandioos in te falen?
Waar zou jij een heerlijk mogen mislukken?
Waar durf jij te stoppen met streven naar ‘beter’ en gewoon te zijn?
Niet perfect. Niet foutloos. Niet netjes binnen de lijntjes.
Gewoon jij.
Misschien is dat wel het moeilijkste—en het stoerste—wat je kunt doen.
Doe je mee? 😉