Een simpel zinnetje, maar afhankelijk van waar je de klemtoon legt, krijgt het steeds een andere lading.
Als je kijkt, wat zie je dan?
Als je kijkt, wat zie je dan?
Als je kijkt, wat zie je dan?
Zo’n vraag helpt mij om uit m’n hoofd te komen. Om weer echt iets te zien.
Het laat me verwonderen. Het maakt me nieuwsgierig.
Naar wat er nog meer is.
Wat ik nog niet eerder zag.
Want in dit geval gaat kijken niet alleen over je ogen gebruiken. Het gaat over perspectieven. Over onzichtbare aannames. Over gemaakte afspraken. Over paradigma’s die je zó vanzelfsprekend bent gaan vinden, dat je ze niet eens meer opmerkt.
Ik zag laatst een oud filmpje van eind vorige eeuw. Tijdens een straatinterview werden mensen gevraagd wat ze ervan zouden vinden om overal en altijd een telefoon bij zich te dragen. Vrijwel iedereen moest lachen. “Wat een onzin, wie wil dat nou?” Praktisch niemand kon zich dat voorstellen. En nu: het idee dat je géén telefoon op zak hebt, is soort van raar.
Voor mij was dat een mooi voorbeeld van hoe iets wat je eerst niet kunt bevatten, uiteindelijk zo normaal wordt dat je het niet meer los kunt zien van je dagelijks leven.
Van jongs af aan heb ik geleerd om goed te kijken.
Naar mensen. Naar gezichten. Naar lichaamstaal.
Om in te schatten hoe iemand zich voelt. Hoe ik me moest gedragen. Of ik erbij kon horen — of juist beter niet.
Daarom vind ik het nog steeds bijzonder dat er mensen zijn die níet kijken.
Die niet zien dat iemand verdrietig is, of verward.
Die het niet opmerken als iemand zich afsluit, of gekwetst is.
Misschien is dat goed leren kijken wel een overlevingsstrategie geweest.
Maar misschien ook wel een talent.
Want daardoor kan ik jou tijdens onze sessies verder helpen.
En jij?
Hoe is dat bij jou?
Wat zie jij, als je echt kijkt?