Stel je eens voor:
Je loopt rustig op straat en opeens komt er iemand hard rennend en schreeuwend de hoek om. Je ziet verder niets of niemand maar je kan de angst voelen van die man.
Wat ga je doen?
Ga je hem kalmeren, geruststellen of laat je hem langs je heen rennen en denk je dat ie gek is?
Ga je hem helpen?
Misschien duik je zelf in elkaar en laat je hem zo snel mogelijk langs rennen in de hoop dat hij je niet ziet. Vind je dat hij raar doet, zich aanstelt?
Wat nou als je even later iemand achter hem aan ziet rennen, wat is dan je reactie?
Stel nou dat je een vriend tegen komt, hij heeft zijn arm in het gips. Hoe reageer je dan?
Ga je naar hem toe om te vragen wat hij heeft gedaan? Negeer je hem?
Stel dat je iets engs hebt meegemaakt, kan je je dan voorstellen dat je ook zoals de eerste man zou kunnen gaan rondrennen?
Dat je wegrent voor iets wat er misschien niet (meer) is, maar wat jij in gedachten nog wel voelt of ziet. Niemand ziet wat jij voelt maar in jouw gedachten is het echt. En dat is het is ook.
Voor anderen is het een onzichtbare leeuw. Maar voor jou is hij echt.
Die ONZICHTBARE LEEUW kan jouw leven bepalen. Daarom zijn depressie, angsten en paniekaanvallen zo ingewikkeld. Ze bestaan echt. Maar niemand behalve jijzelf kan ze zien en voelen.
Praten met iemand die naar je luistert, echt naar je luistert, kan helpen. Kan je grip geven op je leven, kan je handvatten geven om er mee om te gaan. Soms helpen medicijnen. Vaker helpt het om strategieën te leren. Om emoties, hoe hartverscheurend ook, een plek te geven. Om je verhaal te delen met anderen die hetzelfde hebben meegemaakt.
En te oefenen met die nieuwe strategieën. Elke dag weer.
En te leren ontspannen. Elke dag weer.
En te leren vertrouwen op je ademhaling en je lichaam. Elke dag weer.
Daar kan ik je mee helpen.
Je bent welkom.