Vandaag ga ik schaamteloos, en belangeloos, aandacht vragen voor het nieuwste boek van Francine Oomen. Je kent haar vast nog wel van de ‘Hoe overleef ik…’ serie.
Dit boek is een ‘must’ voor alle 20ers die strugglen met het leven, en hun ouders!
De titel is al briljant en super verdrietig tegelijkertijd:
Hoe overleef ik… alles wat ik niet vertel…
In mijn praktijk zie ik veel studenten en jongvolwassenen die aan het serieuze(re) leven gaan beginnen. Prachtige zielen. Ongelooflijke denkers. Creatief en open. Eerlijk en zoekend.
Helaas ook met een donker randje: Ben ik goed genoeg? Val ik door de mand? Hoe kan ik nou eens nee zeggen? Ben ik raar als ik op mannen en vrouwen val? Waarom ben ik de enige die het niet voor elkaar heeft? Ben ik de enige die zo moe is en het tempo niet kan bijhouden? Waarom kan ik niet kiezen?
Misschien heeft het wel te maken dat wij als ouders hun leven zo goed hebben begeleid dat ze niet meer echt hoefden te ontsporen, want wij begrepen ze maar al te goed.
Misschien hebben ze van ons geleerd dat het lijkt alsof alles vanzelf gaat.
Misschien hebben wij zoveel materiële en andere hulpmiddelen kunnen kopen, dat het lijkt alsof daar niet voor gewerkt hoeft te worden.
Misschien hebben wij zo ons best gedaan om trauma’s van onze ouders te verwerken dat het lijkt dat wij alles onder controle hebben.
Francine Oomen beschrijft het verhaal van Rosa en haar vrienden, zoals ik het vaak tegen kom en hoor. De tips in het boek kloppen en hebben humor. Het einde vind ik wat minder maar goed je kan niet alles hebben. Francine heeft ook een podcast hierover. Ook zeer to-the-point.
Worstel je zelf of zie je jouw kind worstelen?
Alsjeblieft: ga praten. Hoe eng en spannend het ook is: ga praten.
Ga praten, terwijl je naast elkaar in de auto zit, samen de afwas doet, samen wandelt.
Ben jij een twintiger?
Lukt het jou niet om met je ouders of je vrienden te gaan praten?
Zoek dan een coach, een therapeut, een psycholoog, in elk geval iemand die jou kan helpen, die luistert zonder oordeel en vooral iemand waar je ook mee kan lachen.
Of als je wel al je moed hebt verzameld, zeg dan dat je géén oplossing wil en dat je graag wilt uitpraten zonder in de reden te worden gevallen.
Ben je een (bezorgde) ouder?
Wees zelf eerlijk.
Vertel over jouw twijfels van vroeger, toen iedereen een leukere baan had dan jij (dacht je) en of hoe jij je partner bent tegen gekomen (het echte verhaal), waarom jij jouw keuzes hebt gemaakt (ging je niet heel ver weg van huis wonen zodat je niet meer zo vaak thuis hoefde te komen?)
En vraag, vraag, vraag door.
Stel open vragen, zonder oordeel, zonder jouw schrik of verdriet.
Vraag hoe, met wie, hoezo, wat, waar, kan je dat uitleggen en misschien soms zelfs wel waarom?
Lukt het jou, als ouder, niet om met je kind contact te maken?
Raad dan iemand anders aan waar jouw jongvolwassene mee kan gaan praten en vertrouw er dan op dat het goed komt.
En vertrouw erop dat jouw jongvolwassene -hij, zij of die- er uitkomt.
Probeer als ouder dan ook een beetje afstand te houden.
Geef liefde, steun en vertrouwen.
Dàt is wat iedereen nodig heeft.
Jouw twintiger en jouw puber helemaal.