Heb je je ooit afgevraagd waarom we intellect vaak hoger waarderen dan intelligentie?
Intellect staat voor rationeel denken, analyseren en logica. Het gaat over kennis, academische prestaties en scherpzinnigheid. In onze samenleving wordt intellect vaak gezien als maatstaf voor succes. Diploma’s, titels en carrièrepaden bewijzen dat je “slim” bent. Het heeft iets krachtigs en controleerbaars – eigenschappen die traditioneel als mannelijk worden gezien.
Dit was heel belangrijk thuis bij mijn ouders. Herkenbaar?
Intelligentie daarentegen voelt breder aan. Het gaat niet alleen over kennis, maar ook over wijsheid, invoelen en verbinden. Emotionele intelligentie bijvoorbeeld gaat over luisteren, kwetsbaar durven zijn en juist tussen de regels door aanvoelen wat er aan de hand is.
Intelligentie neemt intuïtie en ervaring mee, terwijl intellect vooral focust op het analyseren en ontrafelen.
Het is geen toeval dat intellect vaak gekoppeld wordt aan het patriarchaat. Eeuwenlang werd het mannelijke ‘verheven’ boven het vrouwelijke.
Intellectuele prestaties werden geprezen, terwijl wijsheid en intuïtie – vaak gezien als vrouwelijk – werden geminimaliseerd of zelfs veracht.
De harde wetenschap had de voorkeur boven zachte, ervaringsgerichte kennis.
Maar wat als we intellect en intelligentie meer in balans brengen?
Als we zowel onze rationele als onze intuïtieve vermogens waarderen?
We hoeven het één niet af te wijzen om ruimte te maken voor het ander.
Misschien ontstaat er dan een wereld waarin zachte kracht kan bestaan – een wereld waarin het niet alleen over weten gaat, maar ook voelen mee telt.
Dat zou ik wensen!