Laat ik direct uit de droom helpen: er is niet zoiets als ‘één soort stress’.
Stress is er in alle soorten en maten.
Kijk maar:
- Ted loopt straks 100 kilometer voor een goed doel. Zijn lichaam roept om aandacht – fysieke stress.
- Tessa zit middenin haar eindexamen en weet niet waar ze moet beginnen. Mentale stress.
- Thijs start binnenkort met een nieuwe baan en vraagt zich af of hij er wel bij zal horen. Sociale stress.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan:
Relatiestress, tijdsdruk, werkdruk, keuzestress, wereldstress, kledingstress.
Alle stress is stress.
Wat ze gemeen hebben?
Ze zetten je systeem aan.
Sneller denken, sneller ademen, sneller typen zelfs – je hele lichaam komt in actie.
Vandaag wil ik het hebben over psychologische stress.
Dat is die druk die je van binnen in je lichaam voelt als iets of iemand je tegenhoudt in wat voor jóu belangrijk is.
Niet omdat het van buitenaf gezien zo groot of zwaar is,
maar omdat het jou raakt.
Het gaat dus niet om de gebeurtenis zelf, maar om jouw beleving.
Wat voor jou misschien een kleinigheid is, is voor je collega een blokkade.
En ja, soms gebeurt er iets wat gewoon prut is.
Je word ziek, je bent super teleurgesteld in iets of iemand.
Dat is gewoon stom en naar en verdrietig.
Daar hoef je niet meteen iets van te leren.
Maar áls je het aandurft om erbij stil te staan…
Als je jezelf afvraagt: Wat gebeurt hier nu echt in mij? Waarom raakt mij dit zo enorm?
Dan kan psychologische stress je iets laten zien.
Over jouw wensen en verlangens.
Over wat je belangrijk vindt.
Over waar je (weer) voor mag kiezen.