Kan je je nog herinneren wanneer je voor het laatst écht stilstond bij de kleine dingen? De kleine dingen van het leven bedoel ik dan.
Deze zomer, een zonnige dag, het strand in Nederland. Daar was het er opeens.
Ik zat daar, samen met allemaal vrienden en familie. Het strand, zon, zee, lol en geklets om me heen, super relaxed. Naast ons zat een ouder echtpaar, bruin van de zon en content onder hun parasol. Ze lagen daar, gewoon te genieten van het leven én van elkaar.
Op een gegeven moment stond de vrouw op. Je kon zien dat zij degene was die zin had in een wandelingetje langs de zee. Haar man volgde, iets minder soepel, maar wel met een grote grijns. Ze wachtte hem geduldig op. Samen liepen ze verder. Toen stopten ze en hun gebaren lieten zien dat ze zich afvroegen of ze hun spullen zo achter konden laten. Wij zwaaiden dat we er wel op zouden letten. Opgelucht glimlachten ze en liepen door, langzaam, stap voor stap, pratend en genietend.
Ik keek naar hen terwijl ze langs de zee liepen. Hun vanzelfsprekende samenzijn was mooi om te zien, ontroerend qua tempo (echt heel langzaam maar liefdevol). Hoe eenvoudig kan een mooi moment zijn. Toen ik om me heen keek, zag ik dat ik niet de enige was. Iedereen in onze groep keek naar hen, met dezelfde glimlach.
Het was zo iets kleins maar toch voelde het bijzonder.
Want hier gaat het eigenlijk om in het leven: van die kleine dingen die je zo vaak over het hoofd ziet. Lief naar elkaar kijken. Even op elkaar wachten. Vertrouwen dat het goed komt.
“Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd.”
Daar die dag op het strand voelde ik helemaal wat die tegeltjeswijsheid echt betekent.
Eigenlijk was de hele vakantie zo, vol kleine prachtige momenten. Je moet het alleen willen en kunnen zien.
Wanneer heb jij voor het laatst zo geglimlacht?
Beetje van binnen, dankbaar dat je dat mag zien, met zachte ogen en een innerlijke glimlach zoals de Chinezen dat zo mooi en liefdevol kunnen zeggen?
