En die niet rustiger aan wilt gaan doen?
Of herken je jezelf?
Dat is oké.
Ten minste zolang er niet meer op je bordje komt. Die extra opdracht, een zieke partner of ouder, een relatie die uitgaat, kan er voor zorgen dat je de controle niet meer kan vast houden.
Dat ene woordje ‘controle’ zegt eigenlijk al genoeg. Alle bordjes in de lucht houden is heel hard werken.
Je gaat niet mee op de flow van het leven. Al je voelsprieten staan aan omdat je vindt dat je alles in de gaten moet houden. Misschien wil je helemaal niet alles en iedereen in de gaten houden maar is het jouw tweede natuur geworden.
Jouw eigen gedrag veranderen is het moeilijkste wat er is. Ook daar is sprake van een soort verslaving, want het bestaande gedrag helpt je en beschermt je wellicht.
Eerst mag je je bewust worden van je eigen gedrag: wat doe je eigenlijk als er teveel op je bordje ligt. Ga je andere dingen doen, ga je struisvogelgedrag vertonen, ga je in de overdrive om alles af te krijgen?
Daarna kan je eens gaan letten op je ademhaling. Is die kort en oppervlakkig, diep en rustig, met horten en stoten, bijna niet te voelen?
En pas daarna kan je jouw eigen gedrag gaan veranderen. Door op je ademhaling te letten. Door te gaan mediteren, door te gaan wandelen, meer tijd voor jezelf te maken, ontdekken wat je leuk vindt om te gaan doen bijvoorbeeld.
Maar je gedrag veranderen is hard werken, heel hard werken. Vallen en opstaan. Daarna een beetje lachen om jezelf en weer opnieuw dieper en bewuster ademhalen, zodat je in staat bent om je grenzen aan te geven, je ontspannen te voelen.
Herkennen, erkennen en toepassen. Dat leer je in de training ‘Stress en je Ademhaling’.